Welles, nietes!

Ja of nee, wel of niet.

Welke woorden hoor jij liever? Als kind hoorde ik het liefste ‘ja’, je mag nog even buiten spelen of je mag nog ‘wel’ een koekje.

Positieve formuleringen als dit mag je wel en ja dat heb je goed gedaan zijn voor een kind fijne opstekers. Ze maken duidelijk dat je kind op de goede weg is en zo door kan gaan.

Kortom je kind weet waar hij aan toe is.

Bij het woordje ‘nee’ of ‘niet’ heeft je kind geen idee van wat dan wel het juiste is. Hij weet dat hij niet mag rennen maar wat mag hij dan wel?

Dit is voor een kind soms lastig te begrijpen met als gevolg dat een kind zelf gaat invullen wat dan wel mag.

Door te formuleren wat juist goed is en wel mag weet een kind precies waar hij aan toe is. ‘We lopen in de gang’, is voor een kind bijvoorbeeld heel duidelijk.

Positieve formuleringen geven je kind een fijn gevoel en jij voelt je als ouder ook begrepen, 2 in 1!